LES IDEE 7:

Dit is eentje om klassikaal te doen. We doen de flipquiz. Je verdeelt de leerlingen in groepjes van 4 en we doen een Franse quiz. Laat ze eerst allemaal een franse groepsnaam verzinnen  Schrijf de groepsnamen op het zijbord, hier kan je de punten van de groepen bijhouden. Dan start je de quiz op. Deze kan je op voorhand thuis zelf maken. Je kan kiezen voor maximum 5 categorieën (bijvoorbeeld: woordenschat, werkwoorden, grammatica, getallen, ...). Je kan voor elke categorie maximum 5 vragen stellen. Deze vragen zijn in stijgende moeilijkheidsgraad. Het gaat dan ook van 100 punten tot 500 punten. (De makkelijkste vraag staat voor 100 punten, dan 200 punten, 300 punten, 400 punten en de moeilijkste vraag staat voor 500 punten). De groepen mogen om de beurt een categorie en een moeilijkheid kiezen. Ze krijgen de vraag te zien en moeten hier een antwoord op vinden. Ze mogen in hun groepje overleggen en moeten dan het antwoord zeggen. Als ze het juist hebben krijgen ze de punten, als het fout is, krijgen ze geen punten. Nu is het aan de volgende groep. De vragen die zijn gesteld, die kunnen niet meer gekozen worden. Zo kan je voortdoen tot alle vragen op zijn. Wie de meeste punten heeft verzameld is de winnaar.  De link naar de site om zo'n quiz te maken vind je hieronder. Je kan de leerlingen ook eens de opdracht geven om in hun groepje zelf zo een quiz te maken die ze dan met de klas kunnen spelen, dat is ook heel leerrijk en niet zo moeilijk om te maken als je het eerst even klassikaal uitlegt. 

 

ICT eindtermen:

1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
 

Doelen:

MI 2 De leerlingen nemen deel aan een gesprek door gepast te reageren op vragen, antwoorden en uitspraken en door zelf vragen te stellen, antwoorden te geven en uitspraken te doen.

 MI 3.2 Een beroep doen op hun voorkennis om zich op de interactie te orièˆnteren door na te gaan wat ze al over het onderwerp gelezen, gehoord en geleerd hebben.

 

Verantwoording:

De leerkrachten oefenen nu de verschillende categorieën van frans. Zowel de woordenschat, de grammaire, de werkwoorden, ...  
Ze herhalen alle vlakken van het Frans op een leuke manier. De leerlingen zullen extra hun best doen omdat er altijd een
winnaarsmentaliteit aanwezig zal zijn. De leerlingen moeten zichzelf ook kunnen inschatten en moeten weten hoe goed ze zijn in welke categorie zodat ze de juist moeilijkheidsgraad kunnen kiezen en zo zoveel mogelijk punten kunnen scoren. De leerlingen worden zo positief beïnvloedt en zullen enthousiast meedoen tijdens de quiz. Hier leren de leerlingen bij op een leuke manier, zonder dat het saai hoeft te worden. De leerlingen kunnen achteraf ook zelf een quiz maken en deze met de klas doen. Zo leren de leerlingen ook hoe je met die site aan de slag kan gaan.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb